Het ruikt hier naar wifi

bron: Knack

De berichtgeving over de impact van wifi op de gezondheid is waarschijnlijk schadelijker dan de stralen zelf.

Door Marleen Finoulst

Wifi is een technologie die het mogelijk maakt draadloos data te versturen. De afkorting staat voor wireless fidelity, met een knipoog naar de term hifi (high fidelity) uit de audiowereld. Over de uitspraak (‘waifi’ of ‘wifi’) bestaat discussie, net als over de effecten op de gezondheid. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) spendeerde veel geld aan onderzoek naar de effecten op de gezondheid, en dat leverde tot nog toe enkel geruststellende rapporten op. Toch blijft de ongerustheid bestaan.

Niet krachtig genoeg

Bio-ingenieur en beleidsmedewerker Milieu en Gezondheid Mart Verlaek van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid legt geduldig uit hoe wifi werkt en waarom we niet bang hoeven te zijn. “Draadloze toestellen, zoals gsm’s en laptops met wifi, zenden informatie door via elektromagnetische golven van toestel naar antenne, van gsm-zender naar mast naar gsm-ontvanger of van laptop naar wifi-apparaat”, steekt hij van wal.

Er bestaan verschillende soorten elektromagnetische golven: radiogolven, infrarood licht, zichtbaar licht, ultraviolet licht, röntgenstralen, gammastralen… (zie figuur). Ze verschillen enkel in frequentie van elkaar. “De frequentie bepaalt de specifieke eigenschappen en de toepassing van elektromagnetische golven. Wifi en gsm’s zenden golven uit die bij de radiofrequente straling gerekend worden.” Ons lichaam reageert verschillend op velden van verschillende frequenties.

Elektromagnetische golven van hoge frequentie hebben voldoende energie om de verbinding tussen moleculen te breken. Daarom worden ze ioniserende straling genoemd. Een deel van de ultravioletstralen, röntgenstralen en gammastralen behoort tot deze categorie. Elektromagnetische golven met lagere frequenties, waarvan de energie niet sterk genoeg is om rechtstreeks moleculaire bindingen te breken, vallen onderniet-ioniserende straling. “De stralen afkomstig van wifi, gsm’s, maar ook elektriciteit en microgolfovens zitten in dat deel van het elektromagnetische spectrum.”

Thermische schade

Zendtoestellen die wifi gebruiken, zenden niet-ioniserende stralen uit. “Dit type straling kan schade berokkenen door materie op te warmen”, benadrukt Mart Verlaek. “Dit noemt men thermische schade. Wetenschappers zijn het erover eens dat dergelijke straling pas schadelijk wordt wanneer ze het lichaam meer dan 1°C opwarmt, dat blijkt uit studies. Die temperatuursstijging kan het lichaam niet makkelijk kwijtraken.”

Thermische schade van die grootteorde kan ook leiden tot weefsel- en DNA-schade, met een hoger kankerrisico als mogelijk gevolg. “Zendtoestellen zijn echter zo gemaakt dat ze het lichaam nooit met 1°C kunnen opwarmen”, zegt Verlaek. “Bij het opmaken van normen voor zendtoestellen wordt ook een zeer ruime veiligheidsmarge in acht genomen om kwetsbare groepen te beschermen en om onzekerheden op te vangen.”

Ook het zendvermogen van wifi is beperkt; daarom kun je het niet over grote afstanden gebruiken. Een wifi-repeater, om bijvoorbeeld in de tuin te kunnen internetten of om in een goed geïsoleerde zolderkamer online te kunnen terwijl de router op de gelijkvloerse verdieping staat, vangt de golven van de router op en zendt ze door zonder ze te versterken.”

Geruchten

Op het internet gonst het van de geruchten dat elektromagnetische radiofrequente stralen schadelijk zijn voor de gezondheid. “Telkens wanneer onrustwekkende krantenkoppen waarschuwen voor wifi, merken we een toename van ongerustheid onder de bevolking”, stelt Mart Verlaek vast. “Op tal van websites worden studies verzameld die de schadelijkheid moeten aantonen, maar die geven meestal een selectie van studies die twijfels laten bestaan. Zowel de WHO als de Europese Unie laten het hele plaatje zien door nauwgezet alle onderzoeken te verzamelen over de impact van niet-ioniserende straling op de gezondheid.

De conclusie van alle tot nog toe gepubliceerde rapporten is eensluidend: er zijn geen aanwijzingen dat wifi schadelijk is.” Toch zijn er een paar onzekerheden, vervolgt Verlaek. “De technologie is nog vrij jong, waardoor we nog niet beschikken over een kijk op de langetermijneffecten op de gezondheid. Bovendien evolueert de technologie bijzonder snel, waardoor studieresultaten soms moeilijk vergelijkbaar worden.”

Ondertussen is wifi zeer wijdverspreid, heeft zowat iedereen een gsm en gebruiken de meeste mensen wifi, thuis en op kantoor. “Op een meter afstand van een wifi- router is de blootstelling al zeer laag”, verzekert Mart Verlaek. “De blootstelling neemt wel toe. Het datavolume dat via draadloze netwerken wordt doorgezonden verdubbelt ieder jaar.” Om al die gegevensuitwisseling aan te kunnen, worden gsm- masten bijgeplaatst om meer capaciteit te garanderen. “De recente 4G-technologie heeft voor heel wat extra antennes gezorgd.”

Ondanks die exploderende blootstelling is er geen sprake van normoverschrijding, zelfs niet in de buurt van gsm-antennes, zo tonen simulaties uitgevoerd door de overheid. In België is de norm voor gsm-masten overigens strenger dan wat Europa voorschrijft. De afstand tot een gsm-mast geeft overigens geen informatie over de hoeveelheid straling. Hun zendvermogen hangt af van de dekking die ze moeten verzorgen in een bepaald gebied. Een gsm-mast in een stad kun je niet vergelijken met een gsm-mast op de buiten.

Ongeruste burgers

Mensen die zich ongerust maken wordt soms aangeraden minder of korter bellen, de gsm niet aan het oor te houden en een oortje te gebruiken. Nochtans zijn er geen wetenschappelijk onderbouwde aanwijzingen dat bellen met een gsm aan je oor schadelijk is. “Met dat advies wordt ingespeeld op een maatschappelijk fenomeen, met als doel de hardnekkige angst te verminderen, zelfs al ontbreekt een duidelijke wetenschappelijke onderbouw.”

Vooraleer een gsm-mast geplaatst wordt, wordt de blootstelling altijd vooraf berekend om normoverschrijding te vermijden. “Ramen met zonnewering hebben een dempend effect op elektromagnetische stralen. Let wel: als je van binnen naar buiten belt met een gsm, moeten de elektromagnetische stralen doorheen de barrière geraken en gaat je gsm dus meer stralen uitzenden.” Mensen kunnen de elektromagnetische straling in hun woning laten meten, via een aanvraag bij de afdeling milieu-inspectie van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Vlaanderen behandelt gemiddeld 150 dergelijke aanvragen per jaar.